IT in het onderwijs maakt een soortgelijke beweging door als in het bedrijfsleven. Ontsluiting, personalisering, ontkokering, standaardisering, professionalisering, architectuurdenken, samenwerking en selectieve sourcing vormen hierbij sleutelbegrippen. Dit artikel vormt in feite een uitgebreide checklist van IT-aspecten waarmee u kunt verifiëren of u met de juiste zaken bezig bent.
Inleiding
Gedegen onderwijs met effectieve IT-middelen is in ieders belang. De maatschappij verwacht een verdere impuls in de kennissamenleving. Organisaties die afgestudeerden aannemen verwachten voldoende verworven kennis en competenties inzake de toepassing van IT. Docenten verwachten een uitstekend voorzieningsniveau, met beperkte eigen gegevensregistratie. Studenten verwachten dat de instelling hen faciliteert in hun (web 2.0-achtige) wijze van leven, leren en communiceren. Ook wanneer zij zich buiten de instellingsmuren of zelfs in het buitenland bevinden. Daarnaast kent het onderwijs als meest vergrijsde sector een uitdaging in het op peil houden van een kwalitatief goed docentenkorps. Nieuwe IT-hulpmiddelen kunnen hierbij een deel van de oplossing bieden. Ook de behoefte aan maatwerk en een leven lang leren versterkt de rol van elektronische leermiddelen.
Dit artikel gaat in op de vraag of deze verwachtingen worden ingelost of dat er nog veel te realiseren valt. Dit gebeurt aan de hand van een aantal recente enquêtes over IT in het hoger onderwijs. Tevens zal aan bod komen wat het onderwijs van het bedrijfsleven zou kunnen overnemen en vice versa.
Hoe hangt de IT-vlag erbij?
Wij hebben in januari 2009 een enquête gehouden onder de verantwoordelijken voor Informatiemanagement en IT bij hogescholen.[KPMG-enquête tijdens COMIT-bijeenkomst inzake Informatiemanagement, januari 2009.] Dit was een vervolg op een onderzoek in 2006 onder deze verantwoordelijken bij hogescholen en universiteiten.[KPMG-enquête tijdens SURF IT-governancecongres, november 2006.] Ondanks de beperkte academische waarde geven beide enquêtes wel een aantal interessante indicaties over de ontwikkelrichting.
Figuur 1. Enquêteresultaten IT-governance bij hogescholen.[Klik hier voor grotere afbeelding]
Zonder alle resultaten in detail te gaan duiden valt op dat er concrete beweging is inzake IT-governance. De verantwoordelijkheid voor de IT-vraag- en aanbodzijde wordt in toenemende mate bij twee personen belegd. Hierbij zal de Informatiemanagementfunctie de IT-behoefte van de organisatie moeten kanaliseren en op basis van een realistische business case worden geprioritiseerd. De IT-organisatie moet die dienst dan – volgens concrete afspraken – leveren. In deze Compact is een uitgebreid artikel over Informatiemanagement opgenomen, gebaseerd op een rondetafelbijeenkomst met hogeronderwijsinstellingen. Waar informatiemanagement een uiterst belangrijke procesrol heeft in de afstemming van vraag en aanbod op IT-gebied, daar dient kennismanagement bij te dragen aan het behouden en mobiliseren van ervaringen, waarden en inzichten. Het artikel over kennismanagement van Seekles in deze Compact-editie behandelt de rol van training en e-learning bij kennismanagement.
In vergelijking tussen beide enquêtes valt op dat de mate van centralisatie bij hogescholen met shared service centers en centrale IT-standaarden van nature vooruitloopt op die bij universiteiten – in overeenstemming met academische autonomie bij faculteiten. In de praktijk zien wij in vergelijking met 2006 de universiteiten en ROC’s verdergaand over centrale IT-voorzieningen beschikken. In veel gevallen blijkt dit een kwalitatieve en efficiëntieverbetering, maar in aantal situaties is de afstand tussen enerzijds gebruikers en beleidsstaf en anderzijds uitvoerend servicecentrum te groot gebleken. Een artikel over IT shared service centers is in deze Compact aan te treffen.
De aandacht voor project- en programmabeheersing en kosten-batenanalyses is sterk gestegen. Gezien de chronische plannings- en budgetoverschrijdingen en onduidelijke organisatorische baten was dit in het onderwijs hoog nodig. In het artikel van Rutkens over programma- en projectbeheersing wordt nader ingegaan op de lessen uit de praktijk.
De rapportage aan het College van Bestuur en de kwaliteit van risicomanagement blijft nog achter bij de versterking van het projectmanagement. Ook de hieraan gerelateerde IT-auditing- en monitoringrol is nog onvoldoende tot wasdom gekomen. In vergelijking met 2006 vinden er overigens in toenemende mate interne en externe IT-audits plaats. Het naleven van de beveiligings- en privacyeisen neemt geleidelijk toe, mede door investeringen in technische beveiliging en identitymanagement. Op autorisatie- en privacygebied is het niveau nog niet ‘on par’ met bedrijven van soortgelijke omvang. Het artikel van Kuipers besteedt aandacht aan identitymanagement in het onderwijs. Hierbij spelen overeenkomstige ketenaspecten als in andere sectoren.
Ten slotte heerst er nog immer grote ontevredenheid over de IT-kwaliteit, bijna zeventig procent scoort hier negatief op. Dit is een verontrustende uitkomst en het percentage is niet verbeterd sinds de 2006-enquête. In de praktijk blijkt veelal dat dit eerder een organisatorische dan een technische oorzaak kent. Vele geënquêteerden geven aan substantiële veranderingen te gaan doorvoeren, in toenemende mate ook samen met andere organisaties. Waar deze ingrepen zich op richten zal in de volgende paragraaf worden besproken.
Waar gaat u in investeren?
Waar zullen de komende jaren de IT-investeringen zich op richten? Recentelijk is een onderzoek onder ROC-, HBO- en WO-instellingen uitgevoerd ([Mana08]), met het in figuur 2 weergegeven resultaat.
Figuur 2. IT-investeringen in 2009 – 2011 in BVE en HO.[Klik hier voor grotere afbeelding]
Opvallend is de eensgezindheid van onderwijsbestuurders over de inzet van portals en elektronische leeromgevingen (ELO) in de komende periode, waarbij de HO-instellingen veelal overgaan op de tweede of derde generatie ELO. Hier begint zich het fenomeen voor te doen dat de inzet van flexibele IT-voorzieningen als intranetten en portals de rol van de gestructureerde en functioneel (te) rijke ELO-systemen geleidelijk begint te overvleugelen.
Veiligheidshalve worden onderwerpen waarbij nog maar weinigen erin geslaagd zijn dit organisatiebreed goed te verankeren, zoals het verbeteren van het IT-rendement en Data Management Systemen (ook wel Management Informatie Systemen), uitgesteld naar latere jaren.
Als we deze investeringsgebieden tegen de CIO Survey 2009 van Gartner ([Gart09]) aanleggen, blijken er naast vele overeenkomsten ook een aantal prioriteiten die in het onderwijs achterblijven. Keteninformatisering, virtualisatie, servicearchitecturen en informatie/documentmanagement scoren qua aandacht lager op de prioriteitenlijst bij onderwijsinstellingen. Opvallend is dat interesse in open source-software en IT-uitbesteding bij zowel onderwijs als bedrijfsleven laag lijkt en er meer animo is voor IT-samenwerking met andere organisaties, al dan niet in ‘captive’-vorm. In kader 1 staat de in SURF-verband geformuleerde set van belangrijkste IT-agendaonderwerpen voor onderwijsbestuurders vermeld. Deze onderwerpen zijn richtinggevend voor de IT-investeringen op (middel)lange termijn.
Kader 1. Aanzet tot IT-agenda voor het hoger onderwijs (ontleend aan [WTR08]).
- Blijf samen investeren in innovatie van netwerkinfrastructuur. Vanaf 1985 is SURFnet ontwikkeld tot een hoogwaardige IT-infrastructuur. Het huidige netwerk biedt mogelijkheden voor het reduceren van energiekosten en het optimaliseren van resourcegebruik. Overheid, instellingen en bedrijfsleven dienen gezamenlijk te investeren om nieuwe uitdagingen aan te kunnen.
- Bouw verder kennis op over draadloze netwerken als flexibele aanvulling op vaste net. Draadloze netwerken kunnen het vaste netwerk niet vervangen vanwege de behoefte aan bandbreedte voor zware multimediatoepassingen zoals videovergaderen en beeldverwerking. Op termijn zal – goed beveiligde – mobiele communicatie die rol deels kunnen overnemen.
- Ontwikkel gezamenlijke beveiligingsstructuur. De huidige beveiliging aan de randen van onderwijsinstellingen wordt ondermijnd door vervagende grenzen en extra toegangspoorten voor (web)applicaties. Het nieuwe beveiligingsconcept zal meer gebaseerd moeten zijn op afscherming van componenten, data en transport. Hierbij dient er evenwicht te zijn tussen technische en organisatorische aspecten, zoals een cultuuromslag inzake toegang en gebruik van informatie en begrippen als ‘binnen’ en ‘buiten’.
- Geef gebruikers meer controle over hun persoonlijke gegevens. De hoeveelheid persoonsgegevens die zich bij derden bevinden of via het internet ‘vluchtig’ worden, neemt exponentieel toe, waardoor privacyvraagstukken meer aandacht vereisen. Zowel instellingen als gebruikers zullen privacybeleid van dienstverleners en het uitwisselen van persoonsgegevens kritisch moeten volgen.
- Zet in op bedrijfseconomische optimalisatie. Het eventueel gezamenlijk opzetten van (uitwijk)voorzieningen of uitbesteden van IT-diensten kan voordelen bieden. Dit vergt wel een hogere graad van IT-volwassenheid bij de ontwikkeling en het beheer van informatiesystemen.
- Ontwikkel een nieuw rol- en takenmodel voor informatiseringsdiensten. De traditionele rekencentra zullen transformeren van het leveren naar het orkestreren van dienstverleners en uitwisselen van gegevens. Naast de standaarddiensten zal er specialistische expertise nodig zijn voor innovatieve projecten. Tevens dient er invulling aan IT-governance en informatiearchitectuur te worden gegeven.
- Bied next generation faciliteiten voor studie en werk. De nieuwe generatie studenten en medewerkers vergt andere typen toepassingen: persoonsgericht, open, gedeeld en wederkerig (gelijktijdig consumeren én produceren van informatie). Deze maatwerkdiensten zullen sterk verschillen, maar landelijk gezien overeenkomen met die bij andere organisaties, waardoor een gedegen informatiearchitectuur onontbeerlijk is.
- Ontwikkel een geïntegreerde visie op IT-toepassingen in het onderwijs. De ‘killer app’ voor het gebruik van IT in onderwijsprocessen is nog niet gevonden, maar dat is ook niet strikt noodzakelijk. Een duidelijke visie op en aanpak van IT-integratie in primaire processen is belangrijker. De implementatie daarvan zou nader moeten worden onderzocht.
- Streef naar een Digitale (Wetenschappelijke) Bibliotheek Nederland. Het verdergaand centraliseren en online brengen van de universitaire bibliotheken is reeds in 1995 geadviseerd, maar was door allerlei divergerende ontwikkelingen toen nog niet realiseerbaar. Alleen door samenwerking in het innovatiestreven kan een virtuele bibliotheek tot stand komen.
- Bevorder differentiatie en keuzevrijheid in het gebruik van IT. Nieuwe toepassingen vergen meer vrijheid voor docenten en studenten in onderwijskundige methoden en technieken. Standaardisatie van applicaties is daarbij niet het antwoord, maar die van de informatie-uitwisseling. Een palet aan IT-gereedschappen moet daarbij inzetbaar zijn, afhankelijk van leerstijlen, diversiteit, vaardigheden en beperkingen van studenten.
Naast de hier geschetste prioriteiten voor de komende twee à drie jaar treft u in het navolgende artikel een beschouwing aan van Van Hilligersberg over de bredere op IT gebaseerde ontwikkelingen in de service-economie en hun impact op het hoger onderwijs.
Diverse IT-investeringen in het onderwijs sterven echter in schoonheid of komen veel later tot wasdom. Wat dat betreft is hier een vergelijking te trekken tussen IT en de invoering van competentiegericht onderwijs: vele steunden aanvankelijk het concept, de wetenschappelijke onderbouwing was mager, de begeleiding van gebruikers was verre van optimaal en de organisatorische inbedding was gemankeerd. Naast het artikel over beheerste IT-innovaties ([Derk06]) biedt het artikel van Hofland, Hoogstra, Smit en Manschot u in deze Compact inzicht in de belangrijkste succes- en faalfactoren bij selectie- en implementatietrajecten.
Wat valt er van andere sectoren te leren?
De gangbare overtuiging is dat het onderwijs uitsluitend iets kan leren van het bedrijfsleven. Of specifieker, dat de gehele publieke sector volgend is bij IT-toepassing. In tabel 1 is gepoogd de leer- en verbeterpunten van zowel onderwijs als bedrijfsleven samen te vatten. Mede vanwege de kredietcrises in de private sector en toenemende IT-investeringen in het onderwijs lijkt de afstand tussen beide zich te verkleinen.
Tabel 1. Wederzijdse leerpunten onderwijs – bedrijfsleven.[Klik hier voor grotere afbeelding]
Conclusie
Met veel statistieken en tabellen is het natuurlijk de vraag hoeveel daarvan bij u als lezer blijft hangen. Gaarne zou ik de volgende drie kernpunten willen meegeven:
- Denk bij de benodigde IT-verbeterimpuls aan de samenhang in algehele toepassing van IT: gebruik hiervoor informatiebeleid, waarin ook zaken zijn geadresseerd als IT-governance, eigenaarschap van gegevens, ketenaspecten, IT-professionalisering en portfoliomanagement. De informatiemanagementfunctie heeft hier een spilrol te spelen.
- Het met de IT uit het verleden gaan opleiden van de huidige studenten voor de toekomstige arbeidsmarkt is een ongewenste situatie. Organisaties zullen in overleg met studentenvertegenwoordigers, beroepenveld, SURF en beroepsorganisaties een instellingsbrede innovatieslag moeten maken. Hierbij dient gewaakt te worden voor te veel hobbyisme en doelredenatie bij zowel business case als invoering.
- Overschat niet de IT-mogelijkheden, gestandaardiseerde oplossingen en het verandervermogen. Ondanks alle goede bedoelingen worden er in IT-projecten essentiële zaken als flexibele benutting van functionaliteit, organisatorische inbedding en inrichting van functioneel beheer veronachtzaamd.
Literatuur
[Derk06] B. Derksen, R.F. Koorn en E.P. Rutkens, ICT-innovatie in het onderwijs: structureerbaar en beheersbaar?, Compact 2006/1.
[Gart09] Gartner, CIO Survey 2009, 2009.
[Kenn08] Kennisnet/ICT op school, Vier in Balans Monitor 2008: stand van zaken over ICT in het onderwijs, Stichting Kennisnet, augustus 2008.
[Mana08] Management Events, Onderzoek actuele bedrijfsontwikkelingen en interesses binnen Onderwijssector, Strategieplatform Onderwijs, december 2008.
[Thia08] Th.J.G. Thiadens, ICT Service Management in het HBO, Lectorale rede, Avans hogeschool, september 2007.
[WTR08] Wetenschappelijk Technische Raad van SURF, ICT-fundament voor vernieuwing, WTR-trendrapport 2008, Stichting SURF, april 2008.